Charlotte* volgt voor de tweede keer een behandeling bij De Woenselse Poort. De eerste keer betrof het een gedwongen behandeling van een jaar, nu gaat het om tbs met voorwaarden. Charlotte kent een lange geschiedenis met psychiatrische klachten. Ze vindt het belangrijk om haar verhaal te vertellen: “Omdat ik hoop dat mensen minder zwart-wit gaan denken over mensen met tbs. Ik bén geen tbs’er, ik ben een méns met tbs”.
Al sinds haar kinderjaren heeft ze psychische problemen. Ze hoort stemmen en heeft last van dissociaties en psychoses. Op haar 18e werd ze voor het eerst opgenomen en vanaf haar 25e verblijft ze op afdelingen en woningen van ggz-instellingen. Ze is nu in de veertig. “Ik ben en blijf psychiatrisch patiënt en dat heb ik inmiddels geaccepteerd. Maar daar zijn wel wat jaren overheen gegaan hoor.” Alleen het om hulp vragen went nog niet helemaal. Zelf heeft ze enige tijd als woonbegeleider in de zorg gewerkt. “Ik ben gewend om zorg te geven, niet om te ontvangen. Maar ik weet dat ik het nodig heb en vraag om hulp waar nodig.”
“Ik ben en blijf psychiatrisch patiënt en dat heb ik inmiddels geaccepteerd. Maar daar zijn wel wat jaren overheen gegaan hoor.”
‘De overgang was te groot’
Toen een dierbare van Charlotte overleed, raakte ze enorm uit balans. De impact was zelfs zo groot dat ze werd opgenomen op een crisisafdeling. “Daar raakte ik in een psychose. Ik heb toen iemand aangevallen en werd veroordeeld voor poging tot doodslag”, vertelt ze. Dat was de aanleiding voor haar eerste behandeling bij DWP, gedurende één jaar. Die tijd kon haar niet snel genoeg voorbij gaan. “Maar daar kijk ik nu wel anders tegenaan. Ik heb die tijd veel geleerd maar het was te kort om het geleerde ook in de praktijk te oefenen.” Niet lang na het verlaten van DWP ging het weer mis. Ook nu raakte ze in een psychose en verkeerde ze in de veronderstelling dat ze de open haard aanstak; het bleek haar bed te zijn. Ze werd gearresteerd en zat 1,5 jaar in voorarrest. De rechter legde tbs met voorwaarden op. “De overgang van DWP naar begeleid wonen (bij een andere instelling) was te groot. Ik had nog steeds psychische zorg nodig maar kwam op een wachtlijst te staan. Ook was er geen dagbesteding terwijl ritme en regelmaat voor mij erg belangrijk is.”
Niet piepen
Aan de huidige behandeling zit geen concrete einddatum verbonden, en dat vindt Charlotte prettig. “Het geeft me alle tijd om aan mezelf te werken. Ik beschik over genoeg zelfkennis om te beseffen wat ik heb gedaan. In het moment niet want toen zat ik in een psychose, maar achteraf wel. En dan moet je niet piepen maar aan jezelf werken.” En dat is wat ze doet. Ze krijgt verschillende vormen van therapie en staat op het punt om van niveau 3 naar niveau 2 te gaan. Hoe lager het niveau, hoe meer vrijheden. Op niveau 3 is er geen beschikking over internet en een telefoon, op niveau 2 wel. En daar is ook de mogelijkheid tot onbegeleid verlof. Elke beweging buiten de kliniek is nu nog onder begeleiding.
Emoties afpellen
Ze hoort nog steeds stemmen maar ziet het inmiddels als iets dat bij haar hoort. “Ik weet nu hoe ik ermee om moet gaan. Ik ren er niet van weg, maar onderzoek het.” Een therapieblok dat daar erg bij hielp was Emotieregulatie. Tot haar eigen verrassing. “Ik dacht eerst: kom op zeg, wat gaan jullie mij nou vertellen over emoties. Maar het leerde me om emoties af te pellen en écht te kijken naar wat er aan de hand is.” Wat Charlotte ook helpt is haar netwerk. Vrienden en familie zijn altijd naast haar blijven staan. “Ik ben altijd open naar ze geweest, heb ze betrokken bij mijn proces. Door die openheid ontstond er meer begrip en door dat begrip kreeg ik weer het gevoel dat ik er toe doe. Zonder een netwerk ben je maar alleen op de wereld.”
* Charlotte is een gefingeerde naam om privacyredenen