“Mijn toekomstvisie was zwart. Ik leidde een ‘fuck it’-leven en dacht niet aan morgen.” Mano* is met zijn 22 jaar de jongste cliënt binnen De Woenselse Poort. Hij werd veroordeeld tot tbs met voorwaarden voor een geweldsdelict. Zijn beeld van tbs was zo negatief dat hij in eerste instantie liever 12 jaar celstraf had gekregen.
“Ik kende alleen maar negatieve verhalen en dacht dat het hier een duistere plek zou zijn. Ik kwam heel wantrouwend binnen en was constant alert”, vertelt Mano. Een paar maanden later zijn die scherpe randjes eraf en ervaart hij de omgeving als helpend. “Mede dankzij twee geweldige persoonlijk begeleiders; zij hebben mij volop gesteund en het beeld van hier echt veranderd.” Daarnaast voert hij gesprekken met zijn eigen netwerk, andere cliënten en behandelaren. “Uit al die gesprekken haal ik iets. En door therapieën ben ik verandering in mijn lijf gaan voelen. Ik sliep altijd gespannen; vuisten gebald, tanden op elkaar. Ik heb nu een ontspannen gevoel en weet dat ook zelf op te zoeken.”
Opschonen netwerk
Mano komt uit een grote achterstandswijk en was daar veel op straat te vinden. Hij maakte er veel schiet- en steekincidenten mee. “De mentaliteit die ik als kind al meekreeg was: het is eten of gegeten worden. Ik was beïnvloedbaar en heb me vaak laten meeslepen. Het zien en gebruiken van geweld was normaal.” Zijn sociale netwerk heeft hij inmiddels opgeschoond. Hij heeft afscheid genomen van mensen die niet goed voor hem zijn. “We hebben elkaar veel loyaliteit bewezen maar het houdt hier op. Ik heb ze geadviseerd om zelf ook een ander pad in te slaan. Sommigen hebben geluisterd, sommigen hebben gezegd: ‘We respecteren je keuze maar op ons hoef je nooit meer te rekenen.’ Dat is prima.”
Wakker geschud
Het keerpunt kwam voor hem in de gevangenis. Zij toenmalige vriendin gaf aan blij te zijn dat hij daar zat, want: “Anders was je voor je 25e dood geweest”. Zelf zag Mano ook vaak beelden voorbij flitsen waarin hij zichzelf dood zag gaan. Hij realiseerde zich dat er zoveel momenten zijn geweest waarop het verkeerd hadden kunnen aflopen. “Dat heeft me wakker geschud. Ik heb nog geen leven geleid zoals je het hoort te leiden. Ik heb levenslust en wil een huis en gezin.”
Stoere jongen
Bij De Woenselse Poort leert hij met zijn emoties om te gaan. In de gevangenis had hij het idee zich altijd groot te moeten houden, hier mag hij zich kwetsbaar opstellen. “Ik vond het eng om met mijn emoties om te gaan. Ik ken het niet. Ik heb altijd moeten overleven. Zowel thuis als op straat. Het is een heel apart gevoel om te voelen. Maar het is eigenlijk heel fijn. Het is OK om verdrietig te zijn. Het is OK om boos te zijn. Er zo mee om te gaan heeft me veel gebracht. Ik kan zijn wie ik eigenlijk altijd ben geweest.” Hij ervaart ook veel steun en herkenning bij andere cliënten. Zij geven hem de motivatie om door te gaan omdat hij nog zo jong is en een heel leven voor zich heeft. Daarnaast heeft hij verschillende uitlaatkleppen gevonden zoals: sporten, koken, muziek maken, wandelen… “Mijn idee was altijd: Ik ben een stoere jongen, wij wandelen niet in het bos. Maar ik kan er echt van genieten.”
Liefde en aandacht
Het gaat steeds beter met ‘m. Maar makkelijk is het geenszins. Het hebben van tbs (met voorwaarden) betekent dat je geen concrete einddatum hebt. Je weet niet wanneer je klaar bent. “En ik mis alles. Vrij bewegen. Eten wanneer ik wil. Fietsen in de buurt. Bellen naar mensen om iets af te spreken. Maar vooral: onder de mensen zijn van wie ik houd wanneer ik dat wil. Maar mijn traject gaat goed. Ik ben me mentaal aan het voorbereiden op terugkeer. Mijn grootste hoop is dat ik rust en geluk kan ervaren. Huisje, boompje, beestje. Daar wil ik moeite voor doen. Ik verdien liefde en aandacht.”
*Mano is een gefingeerde naam om privacy redenen